Bij een normaal verlopende, vlotte bevalling is pijnstilling eigenlijk nooit nodig. Immers, op het moment dat je “het niet meer ziet zitten”,  zit je meestal in het laatste stuk van de bevalling vlak voor vlak de uitdrijving. het wordt in de boeken omschreven als de “periode du desespoire”. Bij de uitdrijving hebben we je nodig om goed mee te persen op geleide van de weeën, de uitdrijvende kracht van de baarmoeder. Hierbij moet je volledig geconcentreerd zijn en zeker niet verdoofd of suf door pijnstilling van welke aard dan ook. Wat helpt is uitleg en informatie over pijn in de zwangerschap en tijdens de baring. Wat direct helpt is de juiste coaching en een warme douche, vertrouwen in je verloskundige en kraamverzorgende.

Bij sommige vrouwen is pijnbestrijding echt nodig. Bijvoorbeeld als een bevalling niet vordert en de pijn ondraaglijk is. Pijnbestrijding kan dan een prima middel zijn om de baring toch tot een goed einde te brengen. Echter, bij pijnbestrijding moeten we altijd de hulp van de gynaecoloog inroepen en het kindje extra bewaken tijdens de baring. Pijnbestrijding kan derhalve niet thuis gegeven worden. Er zijn een aantal vormen van pijnbestrijding die min of meer zonder risico voor moeder en kind gegeven kunnen worden. Ten tijde van een bevalling, waarbij pijnbestrijding noodzakelijk blijkt te zijn, worden de diverse opties in overleg met de gynaecoloog en de barende en haar partner besproken. Pijnbestrijding is 24 uur per dag mogelijk in het MCL en het AZS.

Voor het krijgen van medicijnen moet je altijd naar het ziekenhuis. De reden is dat bij toediening van medicijnen voortdurend je hartslag, bloeddruk en ademhaling moeten worden gecontroleerd. Ook de conditie van je kind moet continu in de gaten gehouden worden door middel van een hartfilmpje (CTG). De apparatuur is alleen in het ziekenhuis beschikbaar. Bij een wens voor pijnbestrijding zullen wij je overdragen aan de gynaecoloog en beval je in het ziekenhuis. In het ziekenhuis zijn er verschillende mogelijkheden van pijnbestrijding; het pompje met Remifentanil en een epiduraal (ruggenprik), of een pethidine injectie. Afhankelijk van hoe ver je bent in de ontsluiting zal gekeken worden welke methode het beste is. Wij zullen in overleg gaan met de gynaecologen en klinisch verloskundigen en de overdracht voor pijnbestrijding gedurende de bevalling regelen.

* Belangrijk is dat je goed geïnformeerd bent én wordt. Hieronder volgt een korte samenvatting van de mogelijkheden, echter bespreek met ons, je eventuele angst voor pijn en de mogelijkheden voor pijnstilling en pijnbestrijding.