Het lichaam bestaat uit miljarden cellen. In elke cel zitten 46 chromosomen [23 van moeder en 23 van vader] waarin onze erfelijke informatie dus al onze eigenschappen ligt opgeslagen. Deze informatie is voor ieder mens uniek. Een enkele keer gebeurt het dat tijdens de bevruchting er een vruchtje ontstaat met méér of minder chromosomen. Een voorbeeld van een extra chromosoom 21 uit zich in het Downsyndroom.
Zeker niet alle aandoeningen zijn erfelijk. Er kan sprake zijn van een spontane mutatie in chromosomen. Maar ook kunnen niet chromosomale aangeboren afwijkingen zich tijdens de zwangerschap ontwikkelen, als gevolg van bijvoorbeeld alcoholgebruik, vitaminetekort of infecties zoals rode hond en toxoplasmose.